Wet op de loonbelasting 1964 art. 18c ( tekst 2015)
18c
Wezenpensioen 1 Een op een eindloonstelsel gebaseerd wezenpensioen bedraagt per dienstjaar of ontbrekend dienstjaar niet meer dan 0,232 percent van het pensioengevend loon of bereikbaar pensioengevend loon.
Middelloonstelsel 2 Een op een middelloonstelsel gebaseerd wezenpensioen bedraagt per dienstjaar of ontbrekend dienstjaar niet meer dan 0,263 percent van het pensioengevend loon of bereikbaar pensioengevend loon.
Beschikbare premiestelsel 3 Voor een op een beschikbare-premiestelsel gebaseerd wezenpensioen is artikel 18a, derde lid , van overeenkomstige toepassing.
Ingangsdatum 4 Een wezenpensioen gaat in onmiddellijk na het overlijden van de werknemer of gewezen werknemer dan wel direct na beëindiging van een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet.
Maximum 5 Een wezenpensioen gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven 14 percent van het pensioengevend loon of bereikbaar pensioengevend loon.
Volle wezen 6 Voor volle wezen worden de in de vorige leden genoemde percentages verdubbeld. 7 Voor de toepassing van het vijfde en het zesde lid is artikel 18a, negende lid , van overeenkomstige toepassing.